Winterdip: uitleg en tips om somberheid tegen te gaan

De winter is een tijd van warme chocolademelk, donkere dagen en soms een pak sneeuw. En niet iedereen is blij met de wintertijd. Zodra de klok een uur is teruggedraaid, slaat bij veel mensen de winterdip toe. Klachten als vermoeidheid, somberheid en lusteloosheid komen vaak voor. Herkenbaar?

Man staat buiten in de sneeuw

Wat is een winterdip?

Bij een winterdip heb je last van een slecht humeur door de korte, donkere dagen. Een winterdip begint in de winterperiode en gaat vaak in het voorjaar vanzelf over. De klachten kunnen elk jaar terugkeren.

De symptomen van een winterdip

Bij een winterdip heb je vaak last van deze symptomen:

  • Vermoeidheid: slecht slapen of juist te veel slapen;
  • minder of geen behoefte aan sociale contacten;
  • veranderd eetpatroon: je eten smaakt niet meer of je wilt juist veel eten.
  • niet goed kunnen concentreren en/of besluiteloosheid.

Tips om een winterdip tegen te gaan

  1. Haal het (dag)licht naar binnen
    Een winterdip heeft te maken met de veranderingen in de hoeveelheid licht. In het najaar worden de dagen korter en neemt de zonsterkte af. Het is lastig voor het lichaam om zich daarop aan te passen: wanneer de dagen kort zijn, wordt er bij sommige mensen meer melatonine aangemaakt. Door dit hormoon blijf je slaperig. Gooi daarom lekker de gordijnen open en schakel de lichten aan. Zo blijf jij je fit voelen.
     
  2. Blijf bewegen (in de buitenlucht)
    Bewegen is belangrijk: ook in de winter. Door lekker te bewegen, maakt je lichaam endorfine aan. Dit is een gelukshormoon dat we ‘s winters extra hard nodig hebben. Geen zin om te bewegen? Maak het niet moeilijker dan het is! Een korte wandeling door het park, de fiets pakken naar het werk of een frisse neus halen tijdens de lunchpauze: het dagelijks leven zit vol met momenten waarop we even kunnen bewegen.
     
  3. Zorg goed voor jezelf
    De kans is groot dat je het liefst de hele dag in bed wilt blijven liggen tijdens grauwe dagen. Dat is geen goed idee. Ook de winter zit vol met geluksmomenten en seizoensgebonden activiteiten. Richt je aandacht op de dingen waar je blij van wordt en plan leuke activiteiten in je agenda, dit helpt tegen negatieve gevoelens. Wat dacht je bijvoorbeeld van een middagje shoppen om een nieuwe wintergarderobe in te slaan?|
     
  4. Eet gezond en gevarieerd
    Vergeet je vitaminen niet! Vooral vitamine D (zonnestralen in een potje), omega-3 en de gezonde eiwitten in die heerlijke stamppot zijn belangrijk in de winter. Eet daarnaast lekker veel groenten en fruit, maar zo min mogelijk suiker. Drink ook niet teveel koffie en/of alcohol. Zo houd je je lichaam sterk en gezond voor de winter.
     
  5. Lichttherapie bij een winterdip
    Krijg je jezelf echt niet in beweging? Een winterdip is goed te behandelen met licht. Met lichttherapie ga je eenmaal per dag zo’n tien tot vijftien minuten (meestal ‘s ochtends) in het licht van een speciale lamp zitten. De behandeling duurt meestal enkele dagen tot een aantal weken, de meeste mensen merken na een week al verbetering. Neem voor lichttherapie contact op met je huisarts.

Wanneer naar de huisarts?

Een winterdip is erg vervelend, maar vaak is het niet nodig contact op te nemen met de huisarts. Wanneer een winterdip meer gaat lijken op een winterdepressie, is dat een ander verhaal. Bij een winterdepressie heb je ten minste twee weken lang bijna dagelijks last van vijf of meer verschijnselen van een depressie, zoals:

  • Somberheid voor het grootste deel van de dag;
  • bijna nergens meer zin of plezier in hebben;
  • een schuldig, overbodig en/of waardeloos gevoel;
  • minder of geen behoefte aan sociale contacten (soms zelfs afsluiten van de buitenwereld);
  • vermoeidheid: slecht slapen of juist te veel slapen;
  • niet goed kunnen concentreren en/of besluiteloosheid;
  • veranderd eetpatroon: je eten smaakt niet meer of je wilt juist veel eten.

Lijken jouw klachten op een winterdepressie? Twijfel niet om contact op te nemen met je huisarts, zodat je advies krijgt om de depressie aan te pakken. Een praktijkondersteuner ggz kan je begeleiden met gesprekken. Ook kan je indien nodig doorverwezen worden naar een psycholoog. Samen met de huisarts beslis je wat voor jou het beste is.